In het noorden van Vught ligt verscholen achter een voormalig parochiecomplex een zeer bijzondere begraafplaats. Niet bijzonder in de zin dat het een katholieke begraafplaats is, maar vanwege het ontwerp! Deze begraafplaats is namelijk ontworpen door de bekende architect A.J. Kropholler (1881 - 1973). In de jaren dertig van de twintigste eeuw tekende Kropholler het ontwerp voor het klooster en bejaardentehuis "Mariënhof". Daarbij hoorde ook een kerk, woningen, verschillende scholen, een pastorie en een begraafplaats annex processiepark.
Kropholler had geen beroepsopleiding tot architect genoten, maar werkte zich zelf op door werktekeningen van gebouwen te maken. In eerste instantie legde Kropholler zich toe op kantoorpanden en winkels maar in zijn latere werk verschoof het accent meer naar kerkbouw en al wat daar mee samenhing. De Mariakerk te Vught was de eerste kerk die Kropholler in Noord-Brabant bouwde. De bouw van het totale complex duurde, met enige onderbrekingen, van 1934 tot 1954. Kropholler was van mening dat kunstwerken in en om een gebouw ondergeschikt dienden te zijn aan de architectuur. De inrichting en afwerking van het complex kenmerkt zich dan ook door harmonieuze ontwerpen van de hand van Kropholler. Het was niet zo dat de ontwerpen perse voor deze kerk gemaakt werden, maar ze waren wel passend bij het geheel.
Interieurstukken in de kapel van Mariënhof komen daarom sterk overeen met die in de kerk. Bij de bouw van het complex werden veel landelijke en regionale kunstenaars en andere vaklieden ingeschakeld, waaronder Mari Andriessen.
Neergang en behoud
In de jaren zeventig begon de neergang van het complex. Als eerste werd het processiepark afgestoten. Het werd alleen nog gebruikt door zusters en bejaarden wat de hoge onderhoudskosten niet meer rechtvaardigde. Ook de processiekapel achter de begraafplaats werd verkocht. Nog later werd de pastorie verhuurd. Na een kentering eind jaren tachtig kwam in 1999 toch het onherroepelijk besluit van het Bisdom dat de kerk onttrokken zou worden aan de eredienst. In 2002 was het complex nagenoeg verlaten en wachtte het op een nieuwe eigenaar. Nu wordt het oude kloostergebouw gebruikt voor begeleid zelfstandig wonen. De begraafplaats wordt evenwel nog gewoon gebruikt door de parochie van Vught-noord.
De begraafplaats kent een centrale ingang met daarachter een hof met een fors bakstenen kruis. Links en rechts strekken zich twee vleugels uit die geknikt zijn ten opzichte van de ingang. Aan de linkerzijde loopt de vleugel wat verder door dan aan de rechterzijde. De plattegrond is daarmee niet geheel symmetrisch. De begraafplaats wordt omgeven door een haag, deels beuken, deels van taxus. De centrale ingang bestaat uit twee bakstenen pijlers die ieder bekroond worden door een beeld van een adelaar. Deze zijn in 1938 vervaardigd door Henri Jonkers. Tussen de pijlers bevindt zich een eenvoudige poort met ijzeren hekken.
Direct achter de ingang liggen twee hardstenen tombes, waarin de stichters van het complex rusten, J.F.M. Eras en de bouwpastoor van de kerk, H. Eras. Het bakstenen kruis daarachter is opgenomen in een ovale verbreding van de begraafplaats en omzoomd met forse struiken. Het kruis bevat enkele natuurstenen onderdelen terwijl aan de voorzijde een plaquette is aangebracht waarop een tekst staat ter herinnering aan de stichting in 1933 door H. Eras. Links en rechts van het centrale deel strekken zich enkele rijen graven uit. Langs de rand, tegen de haag ligt een enkele rij met uniforme tombes terwijl middenin twee dubbele rijen grafmonumenten liggen. De grafmonumenten in de dubbele rijen worden gekenmerkt door natuurstenen kruisen, beide naar een basisontwerp van Kropholler. Een enkel afwijkend model doorbreekt de uniformiteit. De kruisen bevatten telkens een eigen monogram en ook het grafvlak is telkens anders ingevuld.
Aan het eind van de linkervleugel staan de graftekens dwars op de eerder genoemde rijen, maar bevatten alle dezelfde soort grafkruisen.
Hier bevindt zich tegen de haag ook een eenvoudig, uit baksteen opgetrokken, baarhuisje. Het huisje is gedekt met een zadeldak dat voorzien is van leien. De ingang is voorzien van een rondboog terwijl de raampjes voorzien zijn van spitsbogen. Aan deze zijde bevindt zich nog een toegangshek tussen twee bakstenen pijlers. De pijlers zijn bekroond met een ezelsrug. Bijzonder is dat ter rechterzijde achter de begraafplaats nog de voormalige processie-kapel te zien is, nu gelegen in de tuin van een woning aan de Molenvenseweg. De kapel dient nu als tuinhuisje.
Binnen het oeuvre van Kropholler vormt de begraafplaats, door hemzelf overigens kerkhof genoemd, een unicum. Dat maakt deze begraafplaats tot een plek met bijzondere waarde. De begraafplaats is als onderdeel van het gehele complex in 2002 opgenomen op de lijst van beschermde rijksmonumenten.
Literatuur
- 'De Mariakerk van Kropholler kunsthistorisch beschouwd', in: Vught Voorheen, Vughtse Historische Reeks, zevende deel; Graas, Tim, blz. 168-181
Bron
- Redengevende omschrijving Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.