Gelderland
In de uiterwaarden van de afgedamde Maas bij het Gelderse Alem ligt aan De Steeg tussen struiken en bomen een grafheuvel verscholen. Geen prehistorische grafheuvel, maar één die is aangelegd in de negentiende eeuw voor de familie van Cornelis Schiffer, de oprichter van Steenfabriek Rossum. Lokaal staat de heuvel bekend als ‘Den Berg’.
In Gelderland liggen tussen Elburg en Hattem aan de Zuiderzeestraatweg meer dan tien historische buitenplaatsen. In de gemeente Oldebroek ligt bij Wezep sinds de achttiende eeuw het landgoed IJsselvliedt. Het huidige huis werd gebouwd door Richard Andreas Ludolphi Nobel, wiens laatste rustplaats op het landgoed ligt. Ook de laatste bewoners liggen hier begraven.
Veel gemeentelijke begraafplaatsen zijn aangelegd in de negentiende eeuw en werden later uitgebreid. Ze lagen destijds buiten de bebouwde kom maar zijn inmiddels in veel gevallen omringd door woonwijken. Vaak zijn ze alweer gesloten of in sommige gevallen zelfs alweer verdwenen. In de twintigste eeuw werden begraafplaatsen op andere wijze aangelegd, op andere locaties en met het idee dat er meer te beleven moest zijn dan alleen de dood. Dat dit idee niet verdwenen is, bewijst één van de laatste nieuw aangelegde begraafplaatsen in Nederland. Bij het Gelderse dorpje Spijk in de huidige gemeente West Betuwe werd op 3 september 2004 een nieuwe gemeentelijke begraafplaats geopend.
In 1910 werden ten oosten van Eibergen bij het dorpje Rekken de "Rekkense Inrichtingen tot de Verpleging van Zwakzinnigen" gesticht. De inrichtingen lagen in landelijk gebied niet ver van de Duitse grens. Langs de Dr. W.L. Slotlaan, Van Ouwenallerlaan, Kalverlaan en nog enkele straten, verrezen vanaf 1913 verschillende gebouwen, waaronder woningen, een boerderij, werkplaatsen, scholen, kantoren, garages en andere facilitaire voorzieningen zoals een zwembad en zelfs een begraafplaats.
Geschiedenis van Veldwijk
In 1884 werd de Vereeniging tot Christelijke verzorging van Krankzinnigen en Zenuwlijders in Nederland opgericht. De vereniging werd opgericht door een aantal vooraanstaande christenen, die diep begaan waren met het droevig lot van de krankzinnigen (zoals dat toen nog heette) en op grond van hun godsdienstige overtuiging het als een plicht van barmhartigheid zagen om daar zoveel mogelijk verbetering in te brengen.
Professor Lucas Lindeboom (1845-1933) was daartoe eigenlijk de initiatiefnemer. Hij is bijna vijftig jaar voorzitter geweest van de vereniging!
Veldwijk
Professor Lucas Lindeboom (1845-1933) was eigenlijk de initiatiefnemer van de Vereeniging tot Christelijke verzorging van Krankzinnigen en Zenuwlijders in Nederland. Een vereniging oprichten was in die tijd niet zo maar iets, maar uiteindelijk zag de vereniging het levenslicht in 1884. Er zaten landelijk bekende grootheden in het eerste bestuur namelijk dr. W. van den Bergh, M.J. Chevallier jr., dr. S.R.Hermanides, W. van Oosterwijck Bruyn, D.K.Wielenga, J.G.W. Zahn, jonkheer A.Th.M. van Sasch van Wijk, dr. C. Vermeulen en natuurlijk Lucas Lindeboom zelf, als voorzitter.
Beuningen is een dorp langs de Waal, niet ver van Nijmegen. Na de Tweede Wereldoorlog is het dorp behoorlijk uitgebreid en zijn grote delen van de omringende weiden en boomgaarden verdwenen om plaats te maken voor nieuwbouw. Midden tussen die nieuwbouwwijken uit de jaren tachtig van de twintigste eeuw gaat echter een fraai negentiende eeuws mausoleum schuil. Dit mausoleum dankt zijn ontstaan indirect aan de overstromingen die het gebied teisterden. In het jaar dat het mausoleum werd gebouwd had een dijkdoorbraak nog de wijde omgeving van Beuningen onder water gezet. De stichter van het mausoleum dacht met een eigen grafstede op een hooggelegen terp te kunnen ontkomen aan het telkens terugkerende water.
Moscowa: een begraafplaats met een Russisch klinkende naam. Achter die naam moet wel een mooie geschiedenis schuil gaan en dat is ook inderdaad het geval. De naam van de begraafplaats is verbonden aan een nabij gelegen boerderij uit 1847 die nog steeds bestaat. De boerderij werd in dat jaar gebouwd op initiatief van Hendrik Jacob Carel Johan baron van Heeckeren, heer van Enghuizen en Beurse (1785-1862).
Wie aan Apeldoorn denkt, denkt al gauw aan bossen en aangenaam wonen. Diezelfde indruk krijgt men wanneer men over de algemene begraafplaats aan de Soerenseweg wandelt. Het is hier uiteraard niet aangenaam wonen, maar voor een laatste rustplaats is dit zeker niet de slechtst denkbare plek. Hoewel gezegd wordt dat de begraafplaats in de loop der tijd niet veranderd is, zal uit het volgende verhaal blijken dat ook deze begraafplaats een dynamische plek was en nog steeds is.
Geschiedenis
Apeldoorn was al vroeg in de geschiedenis een belangrijk kruispunt van handelswegen. Al in de twaalfde eeuw stond bij dat kruispunt de Mariakerk. Hier was ook het eerste kerkhof van Apeldoorn. De kerk en het kerkhof werden in 1842 opgeruimd om plaats te maken voor een nieuw raadhuis met een marktplein. Het kerkhof was niet meer nodig omdat aan de Loolaan in 1829 een nieuwe begraafplaats werd aangelegd, dit als gevolg van de nieuwe regelgeving omtrent begraven en begraafplaatsen. De begraafplaats aan de Loolaan heeft op zijn beurt zo’n honderd jaar de bevolking gediend. In 1923 werd de begraafplaats gesloten en tenslotte in 1954 geruimd. Op de plaats van de begraafplaats staat nu de Schouwburg Orpheus. Een aantal stoffelijke overschotten werd naar de nieuwe begraafplaats overgebracht. Deze nieuwe begraafplaats was aan het eind van de negentiende eeuw aangelegd aan de toenmalige Soerensche Grintweg. Hier had het college van B&W in 1895 een perceel heide gekocht ter grootte van ruim 16 hectare. De raad werd hiervan pas later op de hoogte gesteld met de motivatie dat reeds op korte termijn behoefte zou bestaan aan een nieuwe begraafplaats, met name voor onvermogenden. Dit geeft al aan dat Apeldoorn aan het eind van de negentiende eeuw een snelgroeiende plaats was.
De kerk van Hall dateert uit de veertiende eeuw en is gebouwd in laat-gotische stijl. In het midden van de zestiende eeuw werd de kerk uitgebreid met een zijbeuk aan de noordzijde. Het is niet de eerste kerk van Hall: onder de vloer bevinden zich fundamenten van een vroegere Romaanse kerk uit de elfde eeuw. De kerk is gewijd aan Ludgerus, de eerste bisschop van Munster, die in de omgeving van Hall het evangelie predikte.