De verzwegen graven van de oorlog
Anton Mussert, voorheen een begenadigd ingenieur, was van 1931 tot 1945 de leider van de Nationaal Socialistische Beweging, de NSB. Deze organisatie had hij in 1931 samen met Cornelis van Geelkerken opgericht. Aanvankelijk was de NSB eerder een algemeen-fascistische dan een nationaal-socialistische organisatie. Na 1936 radicaliseerde Mussert met zijn NSB door de nazi-invloeden die hij onderging.
Robert van Genechten was bij leven een controversieel persoon. De tot Nederlander genaturaliseerde Belg ontvluchtte zijn vaderland en pleegde bijna twintig jaar later in een Nederlandse cel zelfmoord. Hiermee voltrok hij zelf zijn doodvonnis. Van Genechten kreeg een laatste rustplaats in een massagraf waarin onder andere ook Anton Mussert en Max Blokzijl werden begraven. Als een van de weinige ter dood veroordeelde oorlogsmisdadigers zou Van Genechten later alsnog een herkenbaar eigen graf krijgen. Van de meeste geëxecuteerde oorlogsmisdadigers zijn de graven in de loop der jaren geruimd. Veelal werden ze begraven in een anoniem graf, zonder grafteken, dat na verloop van tijd werd geruimd. Slechts enkelen kregen alsnog een eigen graf, al dan niet met grafmonument. Zo is van Robert van Genechten als een van de weinige ter dood veroordeelde oorlogsmisdadigers nog een bestaand graf bekend. [1]
Gedurende de Tweede Wereldoorlog kwamen in Nederland duizenden mensen om het leven: verzetsmensen en militairen, Joden en andere vervolgde bevolkingsgroepen, neergestorte geallieerde piloten, maar vooral ook vele onschuldige burgers. Op deze website wil Stichting Dodenakkers.nl respect tonen aan de slachtoffers van de oorlog door vanuit verschillende invalshoeken hun verhaal te vertellen. Nu er steeds minder mensen over zijn die de Tweede Wereldoorlog zelf hebben meegemaakt en daar over kunnen verhalen, wordt het steeds belangrijker om hun verhaal vast te leggen.
Gezien het thema van de website ligt de nadruk hier vanzelfsprekend op de dood, veelal de omstandigheden waaronder iemand om het leven is gekomen en de gebeurtenissen die daartoe hebben geleid. Juist die omstandigheden en gebeurtenissen zijn een illustratie van de verschrikkingen van een oorlog.
Oorlogsgraven maken een belangrijk onderdeel uit van het Nederlandse funeraire landschap. Maar dat landschap is bij nadere beschouwing breder dan menigeen in eerste instantie vaak zal bedenken. Tegenover de 'goeden' stonden meestal de 'fouten', beide zijn rekbare begrippen. Tot nu toe is relatief weinig aandacht besteedt aan de graven van 'foute' Nederlanders; zowel de graven van oorlogsmisdadigers als van collaborateurs, maar ook die van Duitse gevallenen in Nederland zijn nauwelijks beschreven. Zo is de grootste, en tegelijkertijd meest onbekende, oorlogsbegraafplaats in Nederland geen Nederlands, Brits of Amerikaans ereveld, maar een Duits 'Friedhof', waar meer dan 30.000 Duitse slachtoffers van de oorlog begraven liggen. Onder hen vele collaborerende Nederlanders, maar ook tientallen die stierven in Duitse krijgsdienst.
Slachtoffers van de oorlog, zo zouden ze benaderd moeten worden. 'Goed' of 'fout', verzetsheld of NSB-er, Nederlander of Duitser. Allemaal zijn ze slachtoffer geworden van de donkerste kant van de menselijke ziel waarin een mensenleven geen betekenis meer lijkt te hebben.
Feit is dat er naast de Duitse oorlogsbegraafplaats in Ysselsteyn nog maar nauwelijks graven en grafmonumenten van overleden NSB-ers en oorlogsmisdadigers te vinden zijn in Nederland. Nabestaanden werden vaak liever niet herinnerd aan het oorlogsverleden van hun geliefde en graven werden als gevolg hiervan geruimd bij het verlopen van de grafrechten. Omstreden grafsymboliek werd soms al veel eerder verwijderd. Geëxecuteerde oorlogsmisdadigers kregen meestal een algemeen graf, dat na verloop van tijd werd geruimd. Slechts zelden werd toestemming gegeven het lichaam alsnog in een familiegraf te begraven, soms ook omdat autoriteiten bang waren voor het ontstaan van 'bedevaartsplekken'.
Het is belangrijk om te leren van de geschiedenis en het verleden niet dood te zwijgen. Alleen als we beide kanten van de geschiedenis laten zien, ontstaat er een context waarin we een verhaal kunnen plaatsen. Primair gaat het de stichting daarbij om het funeraire aspect, d.w.z. de dood en de omstandigheden, de begrafenis en het graf van de beschreven persoon.
Een inventarisatie van nog bestaande grafmonumenten, in het bijzonder die met 'foute' symboliek is lastig, maar wordt ook niet voor het eerst gedaan. Meestal springen de media gretig en sensatiebelust in op pogingen dit erfgoed onder de aandacht te brengen. Daarbij wordt het historische en culturele aspect vaak al snel uit het oog verloren. Een voorzichtige schatting anno 2011 zou een twintigtal grafmonumenten met nog aanwezige specifieke symboliek opleveren. Grafmonumenten zonder deze symboliek zijn groter in aantal, maar de namen zijn veelal vergeten, anders wel ver weggestopt in een hoekje van ons collectieve geheugen. Als er nog graven bestaan, zijn ze voor de meeste mensen onbekend.
Deze aanzet tot een inventarisatie heeft niet de intentie om oude wonden te openen of een bepaald gedachtegoed te verheerlijken. Met respect voor zowel slachtoffers als nabestaanden wil de stichting aandacht besteden aan een klein, maar uniek aspect van het Nederlandse funeraire landschap: NSB-graven en graven van Nederlandse oorlogsmisdadigers. (2009-2011)
{seog:disable}Vanaf juni 1940 waren geüniformeerde leden van de NSB, waaronder veel leden van de WA (Weerbaarheidsafdeling), vrijwel dagelijks betrokken bij ongeregeldheden die ontstonden tijdens of na afloop van marsen en demonstraties. Soms was alleen al het verschijnen van de zwartgeüniformeerde WA-leden genoeg om een vechtpartij te doen ontstaan.
Na de executies van Max Blokzijl en Anton Mussert werden beide mannen begraven in een massagraf op de Algemene begraafplaats aan de Kerkhoflaan in Den Haag. Eerder al waren Meinoud Rost van Tonningen en Robert van Genechten in hetzelfde massagraf begraven. Rost van Tonningen pleegde zelfmoord in de strafgevangenis, nog voor het tot een proces was gekomen. Hij stierf op 6 juni 1945. Robert van Genechten werd na een proces ter dood veroordeeld, maar pleegde zelfmoord. Dat deed hij op 13 december 1945, de dag nadat hij had gehoord dat Mussert ter dood was veroordeeld. Robert van Genechten zou in 1958 herbegraven worden in Utrecht. De beenderen van Anton Mussert zouden eindigen in een knekelput, tenminste volgens de officiële lezing. Wat gebeurde er met de resten van Max Blokzijl?
Op de Noorderbegraafplaats van Leeuwarden staat ergens tussen de lange rijen graven een opvallend grafmonument met daarop een beeld van een treurende vrouw. Wie de tekst op het monument leest wordt niet veel wijzer, behalve dat hier moeder en kind liggen, gestorven op dezelfde dag. Die dag was 20 januari 1942. Een doodgewone dinsdag, maar laat in de avond schudde een bombardement de stad Leeuwarden wakker.