Symboliek
Symboliek
Glossaries
Term | Definition |
---|---|
Schedel | Een symbool van de dood. Een veel voorkomende voorstelling is een kind dat op een doodshoofd slaapt. Als bijschrift staat er dikwijls bij: 'Nascentes morimur' (Vanaf onze geboorte sterven wij). |
Schedel met gekruiste beenderen | Een Vanitassymbool (het Latijnse 'Vanitas' staat voor 'ijdelheid'). De schedel met de gekruiste beenderen verwijst naar de kortstondigheid van het leven en de betrekkelijkheid van alle aardse bezit. |
Schelp | Symbool van vruchtbaarheid, liefde, huwelijk en leven. De christelijke symboliek beschouwt de schelp als beeld van het graf, dat de mens na de dood omsluit, voor hij mag opstaan. De voorstelling van de bevruchting van de als tweeslachtig beschouwde schelpdieren door de dauw uit de hemel, maakt de schelp ook tot Mariasymbool. |
Sjofar | De sjofar of ramshoorn waarop wordt geblazen tijdens Rosj Hasjana (Nieuwjaar) en op Jom Kipoer (Grote Verzoendag). |
Skelet | De personificatie van de dood, dikwijls met de zeis en een zandloper. |
Slang | Symbool van het kwaad en een bijbels synoniem van Satan, 'de oude slang'. |
Ster | Verwijzing naar Christus, naar nieuw leven en naar de hemel. Tevens kan een vijfpuntige ster de vijf wonden van Christus voorstellen. |
Stier | Is één van de vier 'apocalyptische dieren' en symbool van de evangelist Lucas. |
Stralenkrans | In de religieuze kunst een ring van licht om het hoofd van goddelijke of als heilig beschouwde personen. De nimbus kan verschillende vormen aannemen. |
Taxus | Net als de laurier en de klimop blijft de taxus altijd groen en is symbool van de onvergankelijkheid, rouw en dood. |
Theosofisch zegel | Het zegel van de oorspronkelijke Theosophical Society is een variant op het persoonlijke zegel van de Russische occultiste en esoterica Helena Blavatsky (1831-1891) en is opgebouwd uit verschillende symbolen die al eeuwen in gebruik zijn. Voor de theosofische beweging maken ze ‘deel uit van de universele mysterietaal die heilige waarheden van de natuur zonder woorden aan de geest kan overbrengen’. Het zegel bestaat in theosofische zin uit: de Slang met haar staart in de bek, de Swastika, de Vervlochten Driehoeken en het Geluste Kruis, Ankh of Tau. |
Treurende figuur | Symbool van de rouw van de nabestaanden. Meestal betreft het een treurende vrouw. Vaak levensgroot afgebeeld, treurend over een grafsteen geleund. Vergelijk pleurants, die voorkomen op praalgraven in kerken. |
Treurwilg | Symbool van rouw en verdriet. De hangende takken symboliseren de tranenstroom die in de aarde verdwijnt. Voor de Germanen was de wilg het symbool van de dood. |
Uil | De uil is in veel culturen over de hele wereld een mythologische vogel. Als nachtdier beschouwden de Kelten en Germanen als een vogel met bijzondere vaardigheden, bij de Germanen was de oehoe zelfs een grafgave. In het Oude Egypte stond een uilenhiëroglyfe voor de dood en bij de Oude Grieken en Romeinen was de oehoe een vogel van de onderwereld. De steenuil wordt vereenzelvigd met Pallas Athena, de Griekse godin van de wijsheid. |
Urn | Het woord urn komt van het Latijnse ‘urna’, dat afgeleid is van het werkwoord ‘urere’, dat verbranden betekent. Een urn is feitelijk een vaas of beker waarin crematieresten worden opgeslagen. |