Nieuwsbrief
In het Brabantse Overloon ligt één van de tientallen erevelden die Nederland rijk is. De meeste van deze oorlogsbegraafplaatsen liggen beneden de grote rivieren en niet zonder reden. Het zuidelijk deel van Nederland was voor het grootste deel al in 1944 bevrijd, maar dit is niet zonder slag of stoot gegaan. Nadat de Slag om Arnhem mislukte, zag de Britse bevelhebber Montgommery zich genoodzaakt de aanval op Duitsland uit te stellen. De Duitse troepen verzamelden zich intussen langs de Maas tussen Sambeek en Venlo om daar een front te vormen.
Terwijl de geallieerde troepen een corridor in stand probeerden te houden voor de aanvoer van materiaal en troepen, concentreerden zich eind september 1944 geallieerde troepen bij Overloon en Oploo. Duitsers lieten verschillende dorpen in de omgeving evacueren. Dezelfde dag begonnen de beschietingen op Overloon. In de dagen daarna vonden er beschietingen over en weer plaats. Alleen al op 12 oktober schoten 300 Britse kanonnen hun vernietigende lading op Overloon. Geen steen bleef overeind staan. Twee dagen later werd Overloon bevrijd. 18 oktober kwam een einde aan de veldslag. Vermoedelijk zijn er gedurende de gevechten in de wijde omgeving meer dan duizend miltaire slachtoffers gevallen, maar ook honderden burgers lieten als gevolg van granaatbeschietingen het leven.
De Amerikaanse doden liggen begraven in Margraten en de Duitse doden in Ysselsteyn, maar een groot aantal slachtoffers aan Britse kant is begraven nabij het voormalige gevechtsterrein op de Overloon War Cemetery. Op de begraafplaats liggen 280 slachtoffers uit de Commonwealth-landen en 1 Nederlander, Wil van der Burgt. Hij was vanuit de Prinses Irenebrigade als tolk gedetacheerd bij de 2nd Royal Ulster Rifles. Hij kwam op 16 oktober om het leven. Hij werd slechts 21 jaar.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog lieten honderden Nederlandse vissers het leven op de Noordzee. Alleen al in het kleine vissersdorp Scheveningen verloor men ruim driehonderd mannen, maar ook kinderen op zee. Elke familie werd geraakt. De kans dat de vissersboten op een zeemijn liepen was zeer groot en anders werden ze getorpedeerd tijdens de duikbotenoorlog, Met name Duitse U-boten torpedeerden alle schepen van vijandelijke landen die ze tegenkwamen en daartoe beschouwde ze vaak ook de onder neutrale vlag voerende vissersboten die de geallieerden zouden kunnen helpen bij de bevoorrading.
Tegen de vele Duitse duikboten plaatsten de Britten zeemijnen. Maar omdat deze mijnen niet zelden lossloegen, werd een veilige visvaart onmogelijk en veel vissers bleven met hun schepen in de havens. Zij die zich toch de zee op waagden, liepen grote kans nooit meer terug te keren.
Op de Grebbeberg ligt het eerste ereveld in Nederland: Militair Ereveld Grebbeberg. De aanleg van de begraafplaats begon op 16 mei 1940, ruim twee dagen na de slag om de Grebbeberg, en was een initatief van de Duitsers. Dat was niet vreemd, maar een gevolg van het respecteren van de derde Conventie van Genève, waarin was afgesproken dat een stuk grond ingericht zou moeten worden om na de strijd de militaire slachtoffers te begraven. Wie goed kijkt naar onderstaande prentbriefkaart ziet links op de poort de letters R.I., wat staat voor de Nederlandse Regiment Infanterie. Rechts op de poort zijn de tekens SS te zien, wat verwijst naar het SS Regiment dat bij de Slag om de Grebbeberg betrokken was.
Op de begraafplaats werden zowel Duitse als Nederlandse doden begraven. Terwijl de Duitse gravendienst zich ontfermde over de Duitse soldaten, werden de Nederlandse doden opgespoord en begraven door onder andere vrijwilligers van het Rode Kruis en de EHBO. Een kapelaan en predikant hielden zich bezig met de identificatie van de slachtoffers. Op 3 juni 1940 telde het ereveld 380 Nederlandse graven en 260 gesneuvelde Duitsers. Na de bevrijding werden de Duitse graven overgebracht naar de Duitse begraafplaats in het Limburgse Ysselsteyn.
Tot 1 januari 1952 stond het ereveld onder de zorg van het ministerie van Defensie. Daarna viel het onder de zorg van de Oorlogsgravenstichting (OGS). In 1967 werden de uit de oorlogsjaren daterende kruisen, na overleg met de familie, vervangen door gelijkvormige grafstenen. In de afgelopen jaren werden de stoffelijke resten van honderden Nederlandse militairen, die elders waren begraven, op de Grebbeberg herbegraven. Hierdoor is het aantal graven op het ereveld tot ruim 800 gestegen.
Op de hei bij het Gelderse Gorssel werd in 1785 een graftombe gebouwd voor de patriot Johan Derk van der Capellen. Zijn anonieme pamflet in 1781 "Aan het volk van Nederland" veroorzaakte veel opschudding. Hij pleitte voor afschaffing van verplichte drostendiensten door de boeren en hij ondersteunde de onafhankelijkheidsstrijd van de Verenigde Staten van Amerika.